De bron van het seculiere humanisme

Gepubliceerd op 1 maart 2021 om 12:02

Om zicht te krijgen op de betekenis van de politieke elite is meer dan eens verwezen naar ideeënwereld van het seculiere humanisme. Wellicht is het goed om de grondslagen van deze stroming nog eens nader te bezien en zo transparant mogelijk in kaart te brengen. 

Aan het einde van de Middeleeuwen kwam in toenemende mate zicht op de betekenis van de persoonlijke individualiteit in het menselijk leven. Er ontstond een vruchtbare voedingsbodem waarop de geest van het Humanisme kon opgroeien en tot grote bloei kon komen. Bijzondere aandacht verdient in dit verband het feit dat in het zuiden van Europa de opbloei van het humanisme plaats vond in het kader van het renaissance-ideaal.  Met name de seculiere inslag van dit humanisme sloot aan bij de ideeën van de Verlichting. De Koningsberger filosoof Immanuël Kant vatte de kern hiervan samen in een transparant programma: de bevrijding van de mens uit zijn onmondigheid waarin hij door het christendom eeuwen lang gevangen was gehouden. Bevrijding uit de heerschappij die het christendom uitoefent. Verlost van de benauwende beklemming die van het  gezag van de Heilige Schrift uitgaat. Vanuit dit perspectief gezien kon de confrontatie met het christendom niet uitblijven.

Tijdens de Franse Revolutie in 1789 kreeg de inzet van de Verlichting op een volstrekt revolutionaire wijze zijn uitwerking in de politiek-staatkundige ontwikkelingen van de West-Europese samenleving: overweldigend of sluipend. Met de stuwkracht die het seculiere humanisme eigen is, kreeg de de aanval op het christendom een totalitair karakter.

Karakteristiek is allereerst de uitgesproken negatieve grondhouding van het revolutionaire optreden.  Met een tweetal begrippen werden de pijlers omschreven die het draagvlak moesten ondersteunen: Ni Dieu et ni maître. Geen God, geen heer en geen meester duldde men boven zich.

Vanuit dat grondmotief werden de streefdoelen aangegeven met een drietal kernbegrippen: liberté, égalité en fraternité. Vrijheid, gelijkheid en broederschap, momenteel gereduceerd tot solidariteit, waren de verlossende grondwaarden die de geestelijke stuwkracht van de revolutie zegevierend ingang moest laten vinden: alom, totalitair en tiranniek.     

Met hun ideologische stuwkracht wisten de revolutiebegrippen in de samenleving tot een doorbraak te komen en zich te nestelen in het centrum van de politieke macht. En vanuit dit politieke machtscentrum bleken zij in toenemende mate in staat om het leven en denken van het moderne levensgevoel totalitair te beïnvloeden. Wij doen er goed aan om ons hiervan voortdurend rekenschap te geven. De doorbraak van het seculiere humanisme dient zich hier aan.

 

Van democratie in de klassieke betekenis van het woord is hier absoluut geen sprake meer. Het democratisch bestel in onze moderne samenleving is volledig op revolutionaire leest geschoeid, nogmaals: totalitair en tiranniek. Ook in onze nationale samenleving zijn de gevolgen hiervan niet te overzien.

Wij bevinden ons in een nieuw tijdsbestek, waarin een postmoderne samenleving zich steeds nadrukkelijker aandient. Allereerst is het protestants-christelijke karakter van ons volksbestaan steeds meer geneutraliseerd. Ons nationale bestaan ontwikkelde zich in die  tijd tot een waardenvrije samenleving. 

In het huidige postmoderne tijdperk vormt het seculiere humanisme de bron voor een nieuwe waardengemeenschap. De vruchten van het revolutionaire elan zijn inmiddels gerijpt tot een lust voor het oog. Uitnodigend, ja uitdagend vragen ze om te worden geplukt. De oogsttijd is aangebroken. 

Meer dan ooit zal daarom de confrontatie moeten worden aangegaan. Worden wij geroepen om antirevolutionair te zijn, heel principieel: “Tegen de revolutie het Evangelie!"

Tal van christenen ontgaat dit alles. Voor zover ze met enig recht op die naam aanspraak kunnen maken, slapen ze met de vijf dwaze maagden de 'slaap des gerusten'.  Ook de kerken schitteren door hun stille gerustheid om zich in burgerlijke gehoorzaamheid te verlustigen.  En als ze niets meer hebben te bieden, behoeft het ook geen enkel probleem te zijn om met een gerust hart de deuren sluiten. In de diaspora weten de ‘gelovigen’ immers langs de digitale lijntjes wel aan hun trekken te komen.

Wacht u voor uw zielen, ontwaakt gij die slaapt!