Visie op Vaccinatie

Gepubliceerd op 13 maart 2021 om 20:55

Het blijft moeilijk om zich een oordeel te vormen over het al dan niet geoorloofd zijn van het vaccineren. Het is een ethisch probleem dat geanalyseerd moet worden in een theologische context. Het betreft een medische verrichting die strikt genomen geen geneeskundige behandeling is, maar een preventief middel ter voorkoming van ziekte.

De vraag waarover het vervolgens gaat, is die of vaccineren een geoorloofd middel is, mogelijk zelfs een noodzakelijk middel om solidair te zijn en bij te dragen aan een veilig leefklimaat in sociaal opzicht.

Een paar kanttekeningen vooraf

Wellicht is het goed om vooraf nog een drietal kanttekeningen te maken.

  1. Niet alles wat technisch mogelijk is, is geoorloofd. Niet alles mag wat kan, en niet alles wat gewenst wordt, is geoorloofd.
  2. Bij de beoordeling van het al dan niet geoorloofd zijn van de middelen moet het beoogde doel ook in aanmerking worden genomen. Het doel heiligt de middelen namelijk niet, net zo min als de middelen altijd het beoogde doel rechtvaardigen.
  3. Een derde opmerking betreft de gezindheid waarmee van de middelen gebruik wordt gemaakt: “Al wat uit het geloof niet is, dat is zonde.”[1]

Geoorloofde of ongeoorloofde middelen

Vervolgens moet onder ogen worden gezien dat er twee soorten middelen zijn: geoorloofde en ongeoorloofde middelen. Ongeoorloofde middelen kunnen nooit op een goede manier worden aangewend. Van geoorloofde middelen geldt dat, afhankelijk van de gezindheid, het gebruik ervan zowel geoorloofd als ongeoorloofd kan zijn.

De vaccinatieproblematiek

Na dit alles spitsen we deze uitgangspunten toe op de vaccinatieproblematiek.

Opmerkelijk is in dit verband de zienswijze die drs. H. Folmer te kennen gaf in het RD: “Kernvraag is hóe we voor of tegen inenten zijn.[2]  Hij verwees hier naar de bekende woorden van Calvijn dat àls God ons de middelen geeft om ons leven te beschermen, wij die ook moeten gebruiken.[3] Het mag in dit verband niet ontgaan dat Folmer het hier heeft over het rechte gebruik van geoorloofde middelen. Een uitgesproken vorm van situatie-ethiek derhalve.

Hoe geheel anders schreef ds. L. Rijksen hierover in 1951[4]: “Zeker is het waar dat God Zijn besluiten middellijk uitwerkt en wij de gegeven middelen niet mogen verachten. Doch dat wil niet zeggen dat wij daarom alle middelen, ook de ongeoorloofde middelen, waaronder vaccinatie zeker te rekenen is, moeten gebruiken, Verre van daar.”[5]

Overigens waren er kerkelijke bladen waarin het inenten eerder werd afgewezen, terwijl men daar later op terugkwam.[6] Zo was ds. L. Rijksen in 1963 inmiddels een andere opvatting toegedaan. Vaccineren zou een gewetenskwestie zijn waarbij de persoonlijke geloofsbeslissing van doorslaggevende betekenis moet worden geacht.[7]  

Ds. A. Vergunst sprak in 1970 over “een ‘afgeleid beginsel’ dat door een redenering als een konsekwentie van het bijbels belijden over de voorzienigheid Gods verstaan wordt” .[8] 

In principe is het vaccineren ook bij hem geworden tot een kwestie waarbij beslissingen in persoonlijk geloof moeten worden genomen. Uiteindelijk is vaccineren dan een geoorloofd middel geworden, waarvan het gebruik ook weer situatief is bepaald.

Vaccinatie beoogt immuniteit

Voor de zienswijze dat vaccinatie een ongeoorloofd middel is, moet het doel onder ogen worden gezien. Bij vaccinatie is namelijk geen sprake van een op genezing gericht medisch handelen. Het doel van vaccinatie is het activeren van het menselijke immuunsysteem. Het is een fysieke ingreep waarbij gezonde mensen in beperkte mate agressieve ziekmakende stoffen krijgen toegediend in een lichte concentratie. Het immuunsysteem reageert daarop door het ontwikkelen van weerstand om eventuele aanvallen van besmetting te weerstaan.    

Deze ‘kunstbewerking’ is geen medische handeling waarbij een geneesmiddel wordt toegediend. Vaccinatie verschilt ook wezenlijk van de preventie die is gericht op een natuurlijke versterking van het weerstandsvermogen en daardoor minder vatbaar voor bepaalde ziekten. Denk bijvoorbeeld aan vitamines en vitaminepreparaten.

Vaccinatie is bij uitstek een van de middelen waarbij mensen ernaar streven om ziekte en gezondheid in hun leven maximaal te beheersen. Onafhankelijkheid en onaantastbaarheid worden nagestreefd door mensen die zich in een maakbare samenleving willen uitleven.

De bijwerkingen

Het vaccineren tegen covid-19 zal als regel gepaard gaan met bepaalde bijwerkingen: reacties op de prikplek, hoofdpijn, vermoeidheid, spierpijn, pijn in de gewrichten, koorts, misselijkheid, koude rillingen en opgezette lymfeklieren in de oksel, in de hals of bij het sleutelbeen. Als regel zijn die bijwerkingen mild. Toch is er wel een ‘minderheid’ (!) die  meer last heeft van bijwerkingen en klachten. Onschuldig zo stelt men, maar in voorkomende gevallen toch zo hinderlijk dat men twee tot drie dagen na de vaccinatie niet inzetbaar is voor reguliere werkzaamheden. Ook zijn er meldingen dat ernstige bloedstolsels kunnen ontstaan met tromboseverschijnselen als gevolg.  Al dan niet in verband met onderliggende kwalen kan vaccinatie ook de dood tot gevolg hebben. En de gevolgen op langere termijn zijn uiteraard niet bekend. Zeker in combinatie met het volledige vaccinatieprogramma is een algehele verzwakking van de lichamelijke constitutie niet uit te sluiten.

Oproep om de standaard hoog te houden

Heel terecht riep ds. H.J. Achteresch op om ons geweten in allerlei opzicht correct te laten vormen.[9] Hij wees in dit verband op de noodzaak om de medische werkelijkheid betrouwbaar weer te geven. Helaas bleek het echter dat het ook voor hem niet gemakkelijk is om aan die hoge standaard te voldoen.

Terecht stelde ds. Achteresch vast dat er in medisch-ethisch opzicht ‘een bepaalde’ overeenkomst is tussen de beïnvloeding van het immuunsysteem en het stollingssysteem. Hij wees daarbij op het feit dat beide gevallen op preventie zijn gericht en beide ook gepaard gaan met bijwerkingen.

Ook over de bijwerkingen verschillen wij niet van mening. Net zomin als over de preventieve werking. Onbetwistbaar is echter dat de toediening van bloedverdunners een preventief middel is ter bescherming bij medische ingrepen. Bij vaccinatie gaat het daarentegen om het ontwikkelen van immuniteit. Bij gezonde mensen wordt preventief een agressief middel toegediend om de fysieke functionaliteit van mensen te beheersen en te bewerkstelligen dat die voor besmetting onaantastbaar wordt.  

Ik kan niet nalaten om in dit verband te verwijzen naar de ingezonden opmerking van de heer H. den Toom te Gouderak. De toediening van bloedverdunners, zo laat hij weten, is een medische handeling bij ziekte. Bij vaccinatie daarentegen is van ziekte (nog) geen sprake. Afsluitend merkte hij op: “Had ds. G.H. Kersten het dan helemaal mis met zijn vaccinatiestandpunt? Wat buigen wij diep voor deze afgod van onze tijd!” [10]    

Gereformeerd of Reformatorisch

Binnen de brede gereformeerde gezindte heeft zich sinds jaar en dag een ontwikkeling voorgedaan die een transitie bewerkstelligt naar een reformatorische identiteit. In hun verlorenheid moeten mensen hun verantwoordelijkheid nemen en tot geloof komen.

Verantwoordelijkheid en geloof zijn essentieel, zo blijkt in veel gevallen uit heel de prediking. Al te vaak klinkt het van de kansel dat de predikant het voor het ongeloof niet wil opnemen. Voorheen was dat dan bedoeld om mensen bij te staan in hun worsteling om geloof te mogen ontvangen als genadegave Gods. 

Nu wordt aan die worsteling voorbijgegaan door meteen een oplossing te bieden. Mensen neem uw verantwoordelijkheid om te geloven! De uitstraling van de reformatorische belevingswereld blijkt uit de toenemende bereidheid om een emotioneel historisch geloof over te nemen als waar zaligmakend geloof. Zelfs tot in de rechterflank van de gereformeerde gezindte toe.

De waardering van het vaccinatiemiddel

Vanuit dat perspectief komt men er ook zonder al te grote problemen toe het vaccineren gelovig als een geoorloofd middel te zien. Tal van ‘christenen’ belijden volmondig dat zij geloven in de Voorzienigheid Gods. En ze danken Hem voor alle middelen waardoor ze Hem niet langer nodig hebben.

Uiteraard is het ook met een historisch geloof noodzakelijk om vaccinatie na te laten omdat het een niet geoorloofd middel is, ziende op het gebod en blind in de uitkomst.

Waar het echter om gaat, is het vaste geloof in Gods voorzienig bestel. Wie daaraan vast houdt, zal vaccinatie buiten alle twijfel als een ongeoorloofd middel blijven beschouwen. Hoezeer kan dan toch het ongeloof zich laten gelden. Durft men zich te midden van een pandemie werkelijk in geloofsvertrouwen aan Gods leiding over te geven? Wat een worsteling is het dan om met de drie vrienden van Daniël te belijden: ‘onze God, Die wij eren is machtig ons te verlossen en Hij zal ons verlossen. Maar zo niet, het zij u bekend, dat wij de 'vaccine-afgod' niet zullen aanbidden.’[11] 

Vaccinatie, zeker het werkt….

Op weg naar een maakbare samenleving zijn er geen grenzen, 'no borders'.

Naar zich laat aanzien, nemen steeds meer mensen gelovig hun verantwoordelijk om zich door het vaccineren te vrijwaren van alle besmetting. Met een vaccinatiepas kan iedereen, gelovig of ongelovig, overal terecht. De 'kunstbewerking' werkt immers. 

Inderdaad, het werkt. Op 26 februari 1997 was ik geroepen om op ‘hoog niveau’ [12] de afwijzing van het vaccinatiemiddel principieel te onderbouwen. Ik meende dat onder meer te moeten doen door op te merken dat het middel inderdaad werkt. Dit onder verwijzing naar de profeet Jesaja: “Gij hebt het leven uwer hand gevonden; daarom wordt gij niet ziek.”[13]

Noten

[1] Romeinen 14:23

[2] RD 26 februari 2021

[3] J. Calvijn: Institutie of Onderwijzing in de christelijke religie, I,17,4 , ed. Sizoo

[4] Ds. L. Rijksen:  De Vaccinatie, De Saambinder, 29e jrg. nr. 38, 21 juni 1951

[5] Zie ook: Ds. N.W. Schreuder: Rumoer rond de vaccinatie, blz. 11, 1978, Hoekman, Goes

[6] RD 27 februari 2021

[7] Zie b.v. Ds. L Rijksen: Poliogevallen te Tholen, De Saambinder, 42e jrg. nr. 11, 12 december 1963.

[8] Ds. A. Vergunst: Het geloof in Gods voorzienigheid, De Saambinder, 49e jrg. nr. 12, 17 december 1970.

[9] RD 28 februari 2021 – Ds. H.J. Achteresch in Opgemerkt: Inenten.

[10] RD 4 maart 2021 – H. den Toom in Opgemerkt: Inenten (VI)

[11] Daniël 3: 17 en 18

[12[ De Vaccinatieproblematiek, een niet door het RD gepubliceerd artikel d.d. 15 maart 2021.

[13] Jesaja 57:10