Kerkelijk beleid in Coronatijd - 'Kerkespraak'

Gepubliceerd op 10 oktober 2020 om 11:24

In het Kerkblad van de Gereformeerde Gemeente in Nederland te Barneveld, Kerkespraak, 28e jrg. nr. 3 d.d. 1 oktober 2020 werd het onderstaande artikel gepubliceerd.

Kerkdiensten in coronatijd - VIII

“Wie zal niet aan de gevolgen van het coronavirus gedacht hebben, toen we onlangs bij Zondag 38 hoorden: "En dat ik, inzonderheid op den Sabbat, dat is, op den rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, om Gods Woord te horen, de Sacramenten te gebruiken, God den Heere openlijk aan te roepen, en den armen Christelijke handreiking te doen." Naarstiglijk komen betekent ijverig, getrouw komen. Geen dienst overslaan. Maar door de overheidsmaatregelen moeten we vaak noodgedwongen thuisblijven. Moeten we Gode hierin niet meer gehoorzaam zijn dan de mensen?

Het antwoord hoorden we in Zondag 39. "Dat ik mijn vader en mijn moeder, en allen die over mij gesteld zijn, alle eer, liefde en trouw bewijze, en mij hunner goede leer en straf met behoorlijke gehoorzaamheid onderwerpe, en ook met hun zwakheid en gebreken geduld hebbe, aangezien het Gode belieft, ons door hun hand te regeren." We hoorden van ds. Kersten: "Wij zijn van onze plaats als wij zeggen: Hoe kan onze regering toch zulke wetten uitvaardigen? In onze wrevel en opstand geraken wij steeds dieper in de put. Wij moeten stil zijn en bekennen dat God eist, dat wij ons onderwerpen, omdat Hij ons door Zijn hand aldus wil regeren."

Maar tot hoever reikt dan het woord van Petrus in Handelingen 5: Men moet Gode meer gehoorzaam zijn dan den mensen?

 

Kerkblad van de GGiN te Barneveld

L.M.P. Scholten schreef daar over in De Wachter Sions (24-9-1998): Wij hebben te gehoorzamen in alles, tenzij de overheid ons iets gebiedt dat in strijd is met Gods geopenbaarde wil, bijvoorbeeld van ons verlangt om te liegen of te frauderen of Gods dag te ontheiligen. Dan geldt het woord van de Prediker (8:2): Neem acht op den mond des konings, doch naar de gelegenheid van den eed Gods. Een voorbeeld hiervan vinden we in Jozef, die toen een meerdere hem zoiets opdroeg, zeide: Hoe zou ik dit een zo groot kwaad doen en zondigen tegen God? (Gen. 39:9).

Justus Vermeer schrijft: "Dat wij met ons hart acht geven op de bevelen dergenen die boven ons gesteld zijn, dat we geneigd zijn om deze over te nemen en een innerlijke genegenheid tot gehoorzaming bezitten, en dit zelfs in zware zaken, wanneer het maar mogelijk is en niet in strijd is met Gods wil" En dan noemt hij het voorbeeld van de Rechabieten, Jeremia 35.

Zolang het luisteren naar Gods Woord en de prediking ons niet wordt verboden, of het nu thuis is of in de kerk, dienen we de overheidsmaatregelen, hoe pijnlijk ook, op te volgen.”

Tot zover het artikel.

De strekking is tweeledig. In de eerste plaats wordt als uitgangspunt volkomen terecht gesteld dat wij op grond van Schrift en Belijdenis “inzonderheid op den Sabbat, dat is, op den rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, om Gods Woord te horen, de Sacramenten te gebruiken, God den Heere openlijk aan te roepen, en den armen Christelijke handreiking te doen."[1]

Moeten wij, zo is vervolgens de vraag, moeten wij de overheidsmaatregelen niet naast ons neerleggen, omdat zij onze gang naar Gods huis drastisch inperken en beperken? We moeten toch Gode meer gehoorzaam zijn dan de mensen?[2] Nee, zo luidt het antwoord, want het luisteren naar Gods Woord en de prediking wordt ons niet verboden. Hoe pijnlijk ook, maar we dienen de overheidsmaatregelen op te volgen.

En daar zit nu precies de kern van het probleem. Gaan die overheidsmaatregelen niet in tegen de Gods inzetting om op de Sabbat naarstig naar Gods huis te gaan? Mogen we de openbare erediensten besloten houden voor een beperkt, ja zelfs voor een disproportioneel beperkt aantal kerkgangers?

Het thuislezen, het via de kerktelefoon of het via internet beluisteren van predicaties is toch afwijkend van het vierde gebod des Heeren. Is het nog gelukkig te achten dat wij dankzij internet de kerkdiensten thuis kunnen volgen, eerst nog met geluid en weldra ook met beeld en geluid? Wordt in onze hoog geestelijke belevingswereld nog iets gemerkt van de armoede die ons omringt als de ‘gemeenschap der heiligen’ in het geheel niet meer valt waar te nemen?   

Is het als kerkenraad te verantwoorden om degenen die zich geroepen weten voor eigen verantwoording op de dag des Heeren naar Gods huis te gaan, de toegang te weigeren en huiswaarts te zenden?

Is het gewettigd om de kracht van Gods gebod ondergeschikt te maken aan de advisering van overheidswege en die wankele, in wetenschappelijk twijfelachtige adviezen van hogere waarde, ja zelfs van doorslaggevende betekenis te achten? 

Is het niet veel meer noodzakelijk dat onder het aanwijzen van de gevaren nochtans ruimte wordt geboden aan degenen die hun verantwoordelijkheid willen nemen en zich in kinderlijk vertrouwen aan de Heere overgeven, omdat Hij alle dingen regeert?

Wat hier met name ook speelt, is de vraag of wij nog enig geloof hebben in de Voorzienigheid Gods als beleden in zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus?

Opvallend is de aanmoediging bij de ingang van de kerk te Hindeloopen. Tijdens een midweekverblijf heb ik er aandachtig kennis van genomen. Veelzeggend inderdaad, zeker in  de huidige omstandigheden

‘Des HEEREN Woordt

Aendachtig hoort

Komt daartoe met hoopen

Als hinden loopen’

 

 

 

 

Met dit alles wil ik overigens niet gezegd hebben dat we ons leven roekeloos in de waagschaal mogen stellen. 

Integendeel, verre van dat.

Kerkeraden en kerkleden hebben de overheidsadvisering nauwkeurig op zijn merites te beoordelen en mede te betrekken bij een zelfstandige afweging en de eigen verantwoordelijkheid om de voortgang van het kerkelijk leven zoveel mogelijk te bevorderen.

 

 

Afsluitend wil ik nog de aandacht vragen voor een artikel in het over de onderhavige problematiek van de hand van

ds. W.J. op ’t Hof. [3]

Zonder alles voor mijn rekening te willen nemen, is het kennisnemen en overdenken van dit artikel de moeite meer dan waard.

[1] Heidelbergse Catechismus, Zondag 38, vraag en antwoord 103 over het vierde gebod

[2] Handelingen 5: 29

[3] Kerknieuws Vrije Hervormde Gemeente Driedorp, 02-08-2020 – Wat heeft de coronatijd ons te zeggen?

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.