Vanuit het oosten bezien, gaat de zon boven Europa onder. In het afnemend licht van de zonsondergang valt het Europese continent te beschouwen als het Avondland.
Zo ook in de aansprekende titel van het door Oswald Spengler (1880-1936) geschreven boek: Der ‘Untergang des Abendlandes’ (1918-1922). Spengler gaf hierin zijn visie op de Europese geschiedenis. En zijn boodschap was niet mis te verstaan. De Europese cultuur, zo liet hij weten, loopt naar zijn einde.
Karakteristiek van de Europese Unie
Met dat einde worden wij indringender geconfronteerd dan ooit eerder het geval was. De Europese cultuur is in toenemende mate deel gaan uitmaken van de Europese Unie. Het is al lang niet meer een economisch samenwerkingsverdrag dat de benaming E.E.G. droeg. Het is de Unie van een federaal Europa die zich presenteert als een nieuwe orde met een op totalitaire leest geschoeide nieuwe waardengemeenschap. De ideologie van het ‘seculiere humanisme’ staat hierin centraal met de priesters van de politieke elite als gewetenloze drijvers.
Karakteristiek voor de EU is een tweeledig samenspel. Enerzijds het vurig kloppend hart van de Franse revolutie: ‘liberté, égalité et solidarité’. En als aandrijfmotor de Duitse kracht van het ‘getrentt marschieren und vereint schlagen’
Zoals een octopus met zijn acht armen een prooi in bedwang houdt, zo dwingt de Europese Unie de onderscheiden lidstaten om ze in het gareel te houden tot ze ontmanteld als provincie deel uit maken van een eenheidsstaat.
Willens en wetens leveren de onderscheiden politieke elites hun vaderland uit aan het regime van de Europese Unie dat niets nalaat om waar mogelijk superieur de dienst uit te maken.
De noodzaak van de Brexit
Het is tegen die achtergrond dat de keus voor Engeland niet moeilijk was. Hoe groot het materieel gewin van de EU ook mocht zijn, ze wilden er de Engelse soevereiniteit de Engelse zelfstandigheid en identiteit niet voor opofferen. ‘Brittannia rules their land and the sea.’ Dat was de inzet en het doel van de voorgenomen brexit. Voorwaar geen kleine zaak.
Negen maanden na het gehouden referendum kondigde het Verenigd Koninkrijk per brief op 29 maart 2017 het vertrek aan uit de EU. Een lange tijd, bijna 3 jaar van moeizame onderhandelingen volgde. Maar het is de Britse premier Boris Johnson nu toch gelukt.
“Het Verenigd Koninkrijk is vanaf 1 januari 2021 weer een soeverein land. Het kan nagenoeg vrijelijk goederen en diensten exporteren naar en importeren uit de Europese Unie. Daarmee laat Johnson zien dat samenwerking en vrijhandel in Europa niet samen hoeft te gaan met een politiek integratieproject”, aldus J. Wiersma in Elseviers Weekblad.[1]
En zeer terecht liet hij daarop volgen: “de Europese Unie is niet Europa en Europa is niet de Europese Unie.” Wat is de Europese Unie, zo is dan de vraag? Wiersma liet daar vervolgens geen misverstand over bestaan: “Grofweg een politiek project waarin lidstaten gaandeweg hun soevereiniteit opgeven”. Elk jaar hevelen ze meer macht over naar de Europese Commissie in Brussel en naar het Hof van Justitie te Luxemburg. De eurolanden, die zijn toegetreden tot de eurozone en hun nationale munt hebben ingewisseld voor de euro, zijn ook nog met handen en voeten gebonden aan het beleid van de Europese Centrale Bank te Frankfurt. Uiteindelijk zijn het ‘Duits-Franse onderonsjes’, aldus Wiersma, die intussen ‘bepalen wat er gebeurt.’
Het Brexit-akkoord
De ontvlechting van het Verenigd Koninkrijk en de EU is inmiddels geregeld in de tweeduizend pagina’s die het Brexit-akkoord telt. Wiersma: De “regering en het parlement in Londen hebben de macht teruggehaald om zelf over hun land te beslissen en vrijelijk handel te drijven met niet-EU-landen.” En het Handelsakkoord met de EU gaat uit van een ‘vrij speelveld’ waardoor de onderlinge handel grotendeels kan doorgaan. Naar zich laat aanzien, zal het zogenaamde ‘vrije speelveld’ trouwens een bron van conflicten vormen. Overeenstemming over ontwikkelingsvarianten is zeker op termijn moeilijk af te dwingen. De druk zal alleen maar toenemen om in een bilateraal kader iets te regelen.
Afgezien echter van de handelsrelatie met de EU en de overige Europese landen heeft het Verenigd Koninkrijk de mogelijkheid om zelfstandig handelsverdragen te sluiten op mondiaal niveau, bijvoorbeeld met de VS van Amerika of vrijhandelsakkoorden met Afrikaanse landen.
De besluitvorming over het Brexit-akkoord.
Veelbetekenend is het om te zien hoe de nationale parlementen betrokken zijn bij de besluitvorming over het Brexit-akkoord.
Het besluitvormingstraject kan zich op drie niveau’s voltrekken:
- De bevoegdheid is volledig gedelegeerd aan de EU: EU-only;
- De bevoegdheid is zowel aan de EU als aan de nationale parlementen: gemengd
- De bevoegd is volledig voorbehouden aan de lidstaten: nationaal-parlementair;
Van belang is hierbij dat er duidelijk sprake is van een sluipende overheveling van bevoegdheden die de machtspositie van de EU voortdurend versterkt. Waar mogelijk wordt de gemengde besluitvorming praktisch ingevuld door de ‘EU-only’ en hebben de nationale parlementen het nakijken. Allerlei motieven worden aangewend om de juridische grondslag van de besluitvorming ‘EU-only’ op te rekken. Steeds duidelijker dient zich een praktijk aan die zich voltrekt onder de noemer ‘met u, over u, maar zonder u’. Zo ook bij het Brexit-akkoord. Nationale parlementen nemen nauwelijks de moeite om er nog iets van te zeggen. Onze eigen parlement neemt nog wel de moeite om pro forma in te brengen dat men al te zeer buiten spel staat. Maar hoe dan ook, er wordt wel getekend bij het kruisje. De zelfreflectie ontbreekt volledig om ook maar enigszins te kunnen opmerken hoe ongeloofwaardig men bezig is.
De onmacht van de natiestaten.
De doorbraak naar de suprematie van de EU ten opzichte van de lidstaten is onvoorstelbaar. Enerzijds is er ontegenzeggelijk de relatie met het liberalistisch materialisme van de politieke elite. Voor financieel-economisch gewin gaat men over lijken. Vanuit deze onderbouw dient het ‘seculiere humanisme’ zich aan, in ideologisch opzicht een keihard constructivisme maar in religieuze zin met een betoverende uitstraling.
Niets, maar dan ook helemaal niets van die betovering liet zich vermoeden op 1 juni 2005. Met een overgrote meerderheid van bijna twee derde reageerde het Nederlandse volk zeer afwijzend op de voorgestelde grondwet van de Europese Unie. Maar hooghartig weet de eurofiel gezinde politieke elite die zeer besliste afwijzing aan haar laars te lappen. Op 13 december 2007 werd het Verdrag van Lissabon getekend, dat nagenoeg geheel overeenkwam met de zowel door Nederland als door Frankrijk afgewezen grondwet.
De Copernicaanse omwenteling.
Op 1 december 2009 trad dit verdrag in werking en was de ‘Copernicaanse omwenteling’ een feit. Vanaf die tijd heeft verreweg het overgrote deel van de Nederlandse politici er alles aangedaan om onze nationale soevereiniteit in toenemende mate over te hevelen naar de Europese Unie. [2] Ons nationale parlement heeft dat in grote meerderheid al lange tijd onderkend en er mee ingestemd.
De wrevel over de slechts formele betrokkenheid bij het Brexit-akkoord is kiezersbedrog en in ieder geval volstrekt onwaarachtig. Wie daadwerkelijk wil voorkomen dat wij primair burgers van de EU zijn, moet een politieke strategie ontwikkelen die voorziet in ontvlechting van de EU waarmee in het verlengde van de Brexit het oog gericht is op de Nexit. De hoop gloort.
[1] EW 25 december 2020: Brexit-overeenkomst: overwinning voor soeverein Verenigd Koninkrijk én Europa, niet EU
[2] Dixhoorn, A. van en Houwelingen, A. van: ‘Manifest aan het volk van Nederland’ blz. 11, 27 e.v.
Reactie plaatsen
Reacties